Cognitieve gedragstherapie |
Behandelmethode die zich richt op de verandering van storende denkpatronen. |
Comorbiditeit |
Het gelijktijdig vóórkomen van verschillende stoornissen bij één patiënt. |
Disfunctie |
Gestoorde functie. |
Epidemiologisch |
Een epidemie of epidemieën betreffend. |
Evidence based |
Oordeelkundig, gebaseerd op wetenschappelijke feiten. |
Executieve functies |
Onder executieve functies (EF) worden de hogere controlefuncties van de hersenen verstaan. Het verwerken van informatie, plannen van gedrag. |
Neuropsychologie |
Tak van de psychologie die zich bezighoudt met de relatie tussen zenuwstelsel en psychische processen. |
Obsessie |
Dat wat obsedeert, gedachte, voorstelling die iemand vervolgt = dwangvoorstelling, dwanggedachte, dwangverschijnsel |
OCS |
Obsessief compulsieve stoornis = dwangneurose |
Premonitory urge |
Dreigende behoefte |
Pognose |
Voorspelling omtrent het verdere verloop van een ziekte. |
Psychopathologie |
Wetenschap die de ziekten van de geest bestudeert. |
Anticonceptie |
Alle methoden die ten doel hebben de bevruchting bij geslachtsgemeenschap zoveel mogelijk te voorkomen. |
Conformistisch |
Conventioneel. |
Diagnostical and Statistical Manual of Mental Disorders |
De DSM is een classificatiesysteem voor psychische aandoeningen, uitgegeven en opgesteld door de American Psychiatric Association. Het doel van de DSM is om onderlinge vergelijking van (groepen) patiënten mogelijk te maken door ondubbelzinnige definities op te stellen waaraan iemand moet voldoen om in een bepaalde groep te vallen. De DSM doet vooral uitspraak over de belemmering in het dagelijks functioneren. |
Epidemiologie |
De wetenschappelijke studie van het vóórkomen en de verspreiding van ziekten onder de bevolking. |
Mixed modelling |
Statistisch model dat zowel vaste effecten en rand effecten weergeeft. Wordt vooral gebruikt in fysieke, biologische en sociaalwetenschappelijke context. |
Multi groep confirmatieve factoranalyse (CFA) |
CFA is een vaak gebruikte methode wanneer onderzoekers een bepaalde veronderstelling hebben over de indeling van items in één of meerdere subtests en willen onderzoeken of deze indeling ook wordt ondersteund door verzamelde onderzoeksgegevens. |
Ordinaal |
Een ordinaalgetal of ordinaal geeft de positie van een element in een rij van elementen aan. |
Ambulant |
Geen vaste standplaats hebbend, heen en weer trekkend. |
Chronisch |
Langdurig, slepend. |
Cognitie |
Het vermogen iets te leren. |
Eclectisch |
Het beste uitkiezend |
Egosyntoon |
Horend bij zichzelf. |
Elekytolyten stoornis |
Abnormaal lage bloedkaliumspiegel |
Etiologie |
Onderdeel van de pathologie dat zich bezighoudt met de oorzaken van de ziekten |
Follow-up |
voortgezette observatie, periode van controle |
Ineffectiviteit |
Zonder goed resultaat, zonder de uitwerking die je wil |
klinisch |
Op ziekteverschijnselen betrekking hebbend die bij het onderzoek van een patiënt direct blijken |
Laxantia |
Laxeermiddelen |
Poliklinisch |
Betrekking hebbend op een afdeling van een ziekenhuis, waar patiënten behandeld worden die niet zijn opgenomen |
Prognose |
Uitspraak omtrent het vermoedelijke verloop van iets, voorspelling |
somatisch |
Lichamelijk, op het lichaam werkend. |
Suïcide |
Het beëindigen van je eigen leven |
Aandoening |
Ziekelijke toestand, gewaarwording, ontroering |
Afhankelijkheid |
Situatie dat je hulp van anderen nodig hebt. |
Afkicken |
Een ontwenningskuur ondergaan, van een verslaving afkomen. |
Afwijkend gedrag |
Gedrag dat van de gevestigde maatschappelijke normen, regels, maatstaven of verwachtingen afwijkt. |
Al abstinent |
Iemand die zich onthoudt, m.n. van het gebruik van alcohol |
Alcoholisme |
Het verslaafd zijn aan alcohol |
Ambulante |
Niet bedlegerig, geen vaste standplaats hebbend |
Anmnese |
Wat een patiënt mbt. de voorgeschiedenis van zijn ziekte kan vertellen |
Barrière |
Figuurlijk onoverkomenlijke belemmering om een bepaald doel te bereiken |
Benzodiazepinen |
Synthetisch gebreide stof die o.a. gebruikt wordt als tranquillizer en slaapmiddel |
Bupropion (Zyban) |
Een geneesmiddel |
Cliënten |
Een klant |
Contra-indicaties |
Aanwijzing of omstandigheid die pleit tegen het nemen van een bepaalde maatregel, het voorschrijven van een geneesmiddel. |
Co-morbiditeit |
In het bijzonder verschijnsel dat een patiënt tegelijkertijd twee of meer ziekten heeft, waarbij een relatie bestaat tussen de verschillende aandoeningen |
Deviant gedrag |
Gedrag dat van de gevestigde maatschappelijke normen, regels, maatstaven of verwachtingen afwijkt. |
Europan Addiction Severity Index |
Europese verslaving strengheid index |
Farmacologische ondersteuning |
Behorend tot, betrekking hebben op de farmacologie of de toepassing daarvan, uit het oogpunt daarvan |
Follow-up |
Actie die op een activiteit, actie, onderzoek e.d. volgt, m.n. bespreking en evaluatie van de resultaten (vervolg) |
Gedrag |
Manier waarop iemand zich gedraagt |
Gewoonte |
Algemeen aangenomen gebruik, persoonlijk aangewende handeling |
Hangover |
Vertaald kater uit het engels. In de betekenis van het onwel zijn na een drinkpartij. |
HealthCare Vertaald zorgsector |
alles wat samenhangt met gezonheids-, welzijns-, ouderenzorg enz. |
Hevige craving(hunkering) |
Onbeheersbaar verlangen naar verslavende middelen |
Intakegesprek |
Gesprek bij de inschrijving van aanstaande cliënten of patiënten om na te gaan welke hulp of zorg nodig is. |
Leefstijltraining:leefstijl |
Persoonlijke manier van leven |
Medische begeleiding |
Artsen houden uw gezondheidstoestanden bij en begeleiden je |
Misbruik |
Verkeerd gebruik, overdadig gebruiken. |
Ontwenningsverschijnselen |
Afkickverschijnselen of onthoudingsverschijnselen, dit zijn symptomen die kunnen optreden na het staken of het niet tijdig of onvoldoende innemen van een middel waar men psychisch en/of lichamelijk aan verslaafd is |
Opname-indicatie |
Indicatie is een aanwijzing |
Praktijkonderzoek |
Een onderzoek dat wordt uitgevoerd door professionals, waarbij op systematische wijze in interactie met de omgeving antwoorden verkregen worden op vragen die ontstaan in de eigen beroepspraktijk, gericht op verbetering van deze praktijk. |
Psychische stoornissen |
Een aandoening die wordt gekenmerkt door afwijkende ervaringen en gedrag |
Psychopathologie |
De leer van de psychische ziekte of lijden of van de handelingen en ervaringen die kunnen wijzen op een psychische ziekte of handicap. Het is een deelgebied van de psychologie en de psychiatrie. |
Somatische |
Lichamelijk |
Stepped care |
Zorgmethode volgens het principe van getrapte zorg. Stappenplan van steeds intensievere vormen van zorg, waarbij het niet de bedoeling is om alle stappen af te lopen, maar juist om met zo weinig mogelijk stappen resultaat te boeken : het opheffen van de verschijnselen. |
Tabak |
Plantengeslacht uit de familie van de nachtschaden, de gedroogde, fijngesneden bladen die als genotmiddel, m.n. voor het roken . |
Tabaksafhankelijkheid |
Ernstige verslaving aan tabak die voldoet aan de criteria van de ICD-10 en DSM-IV en die veel gezondheidsrisico’s met zich meebrengt |
Terugvalpreventie |
Het proberen te voorkomen van het opnieuw optreden van een bepaalde aandoening, vaak een aandoening van psychische aard |
Thoraxfoto |
Een röntgenfoto van de borstkas. |
Verslavingszorg |
Tak van de gezondheidszorg die hulp biedt aan mensen met een verslaving. |
Zelfcontroletraining |
Cognitieve- gedragstherapie bij patiënten met een psychotische stoornis |
Abstinent |
Een persoon die zich onthoudt, meestal van alcohol. |
Adequaat |
Correct en passend bij |
Comorbiditeit |
De combinatie van verslaving en psychische ziekten. |
Conform |
Volgens |
Craving |
Craving (hunkeren) is het extreem trek hebben in (bijvoorbeeld in verdovende middelen). Craving komt vooral voor bij mensen die afkicken van heroïne of cocaïne. Men gebruikt dan een vervangend middel bijvoorbeeld methadon om de heroïneverslaving af te bouwen, maar gedurende deze periode heeft een (voormalig) drugsverslaafde regelmatig extreme behoeftes om toch weer te gaan gebruiken. |
EMDR-therapie |
Eye movement desensitization and reprocessing (afgekort EMDR) is een therapeutische behandelmethode die met name toegepast wordt bij mensen met een posttraumatische stressstoornis (PTSS). |
evidence-based interventies |
Evidence-based practice (EBP) is het uitvoeren van een handeling door een beroepsbeoefenaar op zo'n wijze dat de uitvoering is gebaseerd op de best beschikbare informatie over doelmatigheid en doeltreffendheid. |
Methadon |
Morfine-nabootser |
prevalentie |
De prevalentie van een aandoening is het aantal gevallen per duizend of per honderdduizend op een specifiek moment in de bevolking. |
Protocol |
Een protocol is een gedragsovereenkomst, meestal in de vorm van een aantal uit te voeren stappen. Er bestaan verschillende typen protocollen, zoals communicatieprotocollen, computerprotocollen, wetenschappelijke protocollen, ceremoniële protocollen, ethische protocollen en verdragsprotocollen. |
psychotrauma |
Een psychotrauma is het psychische letsel dat wordt opgelopen na een afschuwelijke gebeurtenis. |
remissie |
We spreken over remissie als een aandoening terrein verliest en de toestand van de patiënt tijdelijk verbetert. Als alle tekens van de ziekte verdwenen zijn, gaat het om een complete remissie. Dit betekent nog altijd niet dat de ziekte volledig uitgeschakeld is. |
taxatie |
inschatting van bijv. de waarde van het te verkopen huis… |
Arbitrair |
Willekeurig, bepaald door willekeur. |
Construct |
Een construct is een concept. Een concept, ook een begrip, is een cognitieve eenheid, namelijk de mentale voorstelling van een of meer ideeën die worden samengevat in een hogere klasse van gelijkaardige of verwante verschijnselen of abstracte relaties. |
Deficiëntie |
Het woord deficiëntie betekent "een tekort" en wordt veel in de medische wereld gebruikt om een tekort aan een bepaalde stof (een eiwit, enzym, vitamine, stollingsfactor) aan te duiden. Hierdoor ontstaan vaak ziekten of symptomen. Soms wordt het ook gebruikt om een "tekort aan functie" aan te duiden, bijvoorbeeld een onvoldoende werking van het immuunsysteem. |
Epidemiologisch |
De epidemiologie is de wetenschappelijke studie van het vóórkomen en de verspreiding van ziekten onder de bevolking. |
Validiteit |
Geldigheid, het van kracht zijn. |
Agonist |
Spier die zelfstandig werkt |
Amygdala |
Amandelvormige kern van neuronen |
Anxiogene/anxiolytisch |
Verminderen van angst en onrust |
Comorbiditeit |
Het tegelijkertijd hebben van twee of meer stoornissen of aandoeningen bij een patiënt. |
Dysthymie |
Een psychische aandoening, een chronische en een lichtere vorm van depressie die zich kenmerkt door een gebrek aan plezier en genoegen in het leven. |
Genotype |
De erfelijke aanleg |
Hippocampus |
Een deel van de hersenen |
HPA- as |
Hypothalamus- hypofyse- bijnier as |
Hypercortisolemie |
Een verzameling van klinische tekens en symptomen die veroorzaakt wordt door een te hoog cortisolgehalte in het bloed |
Meta- analyse |
Een onderzoek waarin onderzoeken van een bepaald fenomeen worden samengevoegd om één uitkomst te verkrijgen. |
Metabole |
Met betrekking tot stofwisseling (= metabolisme). |
Pathofysiologie |
Studie der levensverschijnselen onder ziekelijke omstandigheden |
Profylaxe |
Manier om een ziekte te voorkomen |
Prolactine |
Een hormoon dat aangemaakt wordt in de voorkwab van de hypofyse |
Serotonineheropnameremmers |
Vormen een subklasse in de groep van antidepressiva |
Tobben |
Onrustig en zorgelijk nadenken |
depersonalisatie |
vervreemding van zichzelf of van het eigen gevoel. |
dehumanisatie |
zware psychose waarbij menselijke kenmerken verloren gaan. |
cynisme |
je geen volwaardig mens meer voelen en het een wantrouwige kijk op het leven. |
depressie |
aanhoudend gevoel van neerslachtigheid ( volgens de van Dale). |
midlifecrisis |
een identiteitscrisis in de periode rond het veertigste levensjaar . |
limbisch systeem |
bestaat uit een aantal onderling verbonden gebieden die betrokken zijn bij emotioneel gedrag. |
parasympathisch zenuwstelsel |
zet het lichaam meer in een rust- en herstelstad. |
sympathisch zenuwstelsel |
zet het lichaam in een actiestad |
neurotransmitters |
zijn chemische substanties die boodschappen door geven van neuron tot neuron |
Neuropeptiden |
Het is een neurotransmitter. Het is een peptide, opgebouwd uit 36 aminozuren. |
Neuro- immuunologische |
Studie naar de wisselwerking tussen de psyche, het zenuwstelsel en het immuunsysteem. |
Electro-encefalogram |
Een methode om elektrische potentiaalverschillen die in de hersenen zijn ontstaan, via de hoofdhuid te registreren. |
Elektromyogram |
Onderzoekstechniek waarbij de elektrische activiteit van de spieren wordt gemeten, meestal in relatie tot stimulatie van de voor die spier activerende zenuw. |
Electro- oculogram |
Apparaat dat oogbewegingen meet. Een elektrisch potentiaal van de ogen, opgemeten door elektroden op de huid rond de ogen. |
Autonome activiteit |
Is een deel van het perifeer zenuwstelsel dat een groot aantal onbewust plaatsvindende functies reguleert. |
Bètaritme |
Intense actieve gedachten en concentratie. |
Alfaritme |
Deze golven komen voor bij mensen vanaf het tweede jaar en geven aan dat iemand op een ontspannen wijze alert is. |
Thètraritme |
Een nog zeer instabiele slaaptoestand en de persoon kan snel teruggaan naar alfa en bèta. |
Colliculi |
Kleine verhevenheid. |
Cholinerge neuronen |
Betrekking hebbend op zenuwuiteinden die acetylcholine afscheiden bij het overbrengen van een impuls. |
Noradrenerge neuronen |
Veroorzaken waakzaamheid |
Serotonerge neuronen |
Is een neurotransmitter met een overwegend inhiberende werking. |
Dopaminerge neuronen |
Selectief aanwezig tijdens het waken. |
Narcolepsie |
medische ziektetoestand die zich kenmerkt door aanvallen van onbedwingbare slaap. |
Inhiberend |
Verhinderen, verbieden, remming |
Parasympaticus |
Verantwoordelijk voor de toegenomen doorbloeding van de genitaliën. |
Adrenerg |
Met betrekking tot sympathische zenuwvezels die bij prikkeling stoffen produceren met een effect als van adrenaline. |
Gelaedeerd |
Beschadigen of verwonden. |
Melatoninesecretie |
Een hormoon dat door het menselijke lichaam in de epifyse wordt aangemaakt uit serotonine. Het heeft het vermogen om het ontstaan van vrije radicalen door oxidatie te beperken. |
Insomnieën |
Bij een overheersend inslaapprobleem. |
Hypersomnieën |
Bij een overheersend en teveel aan slaap. |
Nosologie |
De leer van de ziekten. |
Clinicus |
Arts die in een ziekenhuis werkt. |
Slaaprestrictie |
Een beperking wordt opgelegd aan het aantal uren dat men in bed mag liggen. |
Neurofeedback |
Een zelfreguleringsmethode gebaseerd op leertheorieen en meer specifiek op het paradigma van de operante conditionering. |
Cognitieve gedragstherapie (CGT) |
Is een mengeling van gedragstherapie met interventies die ontwikkeld zijn vanuit de cognitieve psychologie. |
Comorbiditeit |
Het tegelijkertijd hebben van twee of meer stoornissen of aandoeningen bij een patiënt. |
Cyclothyme stoornis |
Een cyclothyme stoornis is een psychische aandoening die gekenmerkt wordt door wisselende stemmingen, waarbij hypomane episodes afgewisseld worden met periodes van uitputting met depressieve symptomen. |
Genetische koppeling |
Genetische koppeling is de neiging van allelen die dicht bij elkaar zijn gelegen op een chromosoom samen erfelijk tijdens de meiose fase van sexuele reproductie. |
Life Chart |
Een life chart is een boekje of computerprogramma waarin je dagelijks je stemmingen, levensgebeurtenissen en medicatie bijhoudt. |
Psychoactief middel |
Dit zijn stoffen of substanties die uitwerking hebben op het gedrag. Deze stoffen hebben dus invloed op het gedrag of de beleving van de gebruiker. |
Psychose |
Een psychose is een psychiatrisch toestandsbeeld (psychische aandoening) waarbij de patiënt het normale contact met de - door zijn omgeving ervaren - werkelijkheid geheel of gedeeltelijk kwijt is. |
rapid cycling |
Snelle en wisselende op elkaar volgende vormen van stemmingen. |
Anti-psychiatrisch sentiment |
Dit is een gevoel die niet aanleunt bij de psychiatrie |
Utilitaristische |
Het gericht zijn op onmiddellijk nut |
Depressie-epidemie |
Dit is een situatie waar veel dieren of mensen gedurende lange tijd aan dezelfde ziekte lijden, namelijk een depressie. Dat is een ziekelijke neerslachtigheid van een persoon. |
Kapitalistische samenleving |
Een samenleving waarin het belangrijk is om winst te maken in de vorm van geld |
Neoliberale marktdenken |
Economisch systeem dat gebaseerd is op de minimalisatie van kosten, de maximalisatie van winsten en de minimalisatie van concurrentie van economische blokken. |
Zero sum games |
Dit is een onderhandelingssituatie waarbij de belangen van de partijen recht tegenover elkaar staan. Als de ene wint, verliest de andere. |
Deviatie |
Afwijking van het normale |
Remissie |
Het verminderen van ziekteverschijnselen |
Monolistisch probleem |
Geïntrigeerd probleem |
Cross-gendergedrag |
Wanneer iemand een duidelijke voorkeur heeft om dingen te doen die passen bij het genderrolgedrag van het andere geslacht. |
Cross-seks hormonen |
Hormonen die de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken van het andere geslacht induceren. |
Genderdysforie |
Is zich ongelukkig voelen met de biologische sekse. |
Genderidentiteit |
Heeft betrekking op iemands beleving over zijn of haar man of vrouw zijn. |
Genderrolgedrag |
Is het gedrag dat kenmerkend is voor de ene dan het andere geslacht. |
Seksuele Oriëntatie |
Heeft betrekking op seksuele aantrekking tot mannen, vrouwen of beide. |